60 jaar carnaval (door Frans Linders)

Frans Linders heeft inmiddels al 60 jaar carnaval in ‘t Gèrmelaand meegemaakt. Hij heeft zijn herinneringen opgeschreven. Na in bijna alle commissies te hebben gezeten, heeft Frans in 1987 het voorzitterschap van Huub v.d. Ven overgenomen, tot 1992. In 2003 was hij nog een jaar interim-voorzitter met Jos van Boekel. In 2005 werd Frans benoemd tot EreGèrm en in 2014 was hij 50 jaar ex-prins. Veel leesplezier!

Driemaal Alaaf, Prins Tam I, 1964, Frans Linders


Deel 1: Boeren en Burgers

In de jaren ‘50 ging men vanuit Mill carnaval vieren in Gennep en Venray, later ging men naar Haps. In februari 1956 begon een grote groep Millenaren (onder anderen S. van Hout, K. Verhoeven, F. van Lieshout, W. van Daal. T. Arts, J. Heijs) met de eerste aanzet voor carnaval in Mill. Dit was in plaats van de jaarlijkse bonte avond van de harmonie. M. Derks werd als prins gekozen en de kleding werd door de hofdames zelf keurig en vakkundig gemaakt. In 1957 organiseerde een groep jongeren een gekostumeerd bal bij café Gery Hoevenaars (‘t Leeg). Dit was op een zaterdagavond en de prins werd Nico Boffen.

In datzelfde jaar werd op de maandag door de jonge boeren een gekostumeerd bal georganiseerd en werd De Hutspot opgericht in café ‘t Leeg. Deze club heeft drie jaar bestaan met prinsen M. Arts, J. van Kempen en L. Hermanussen. Het ging echter niet altijd goed tussen de boeren en de burgers. Een lid van De Wielwaaiers (de ‘burgers’) bedankte, want hij mocht geen kippenhokken leveren aan de boeren en de bakker hoefde geen brood meer te leveren bij de verschillende boeren.

Deel 2: Begin openbaar carnaval

In 1958 werd De Wielwaaiers opgericht, dit was het begin van openbaar carnaval in Mill. Ik heb me toen opgegeven in oktober bij Th. de Vet als lid van De Wielwaaiers. Later, in 1964, werd De Bossche Kar bij J. v.d. Vorle opgericht en in 1965 De Gèrme, bij G. Lamers, Fr. Keijzers en later bij J. v.d. Steijn (De Stoof). Prinsen waren onder anderen C. Peters, J. Bardoel en B. Kremers. De Gèrme hadden in 1966 ook het eerste boerenbruidspaar: Toontje Kersten en Annie van Sambeek. In 1979 zijn De Wielwaaiers met de officiële Boerenbruiloft gestart. Het eerste paar waren Tijn en Annelies Lamers. De Boerenbruiloft wordt nu al enkele jaren door de Stichting Carnaval Mill georganiseerd. Ook werd er in de De Meeren een carnavalsclub opgericht, De Heikrekels, met als prins onder andere W. v.d. Schaft. Later, in 1981, is het daar nog eens geprobeerd, maar dit had geen succes.

Deel 3: Een koe als borg

Bij de keuze van een prins wordt er vanuit gegaan dat ieder paar in Mill prins en prinses moet kunnen worden. Daarom is er vanaf de eerste prins tot nu nog steeds een verbod om in de cafés rondjes te geven, zodat iedereen gelijk is. In die tijd kon het zomaar zijn dat je drie prinsen tegenkwam op straat. Op aandringen van diverse personen heeft burgemeester Hofmans toen namens de gemeente besloten dat alleen De Wielwaaiers recht hadden op een prins, de andere clubs hadden alleen een president. In 1959 had W. van Houtum zaal ‘de Harmonie’ verhuurd aan twee clubs, zodat De Wielwaaiers uit moesten wijken. Door Frans de Keijzer werd er een grote tent gezet bij S.J. Verberk. Er moest een flinke borg betaald worden. Dat geld was er niet, dus stelde Tinus van Kempen, bestuurslid van De Wielwaaiers, een koe als borg beschikbaar. In de tent was het echter zo koud dat het bier bevroor, en het spoelen van de glazen moest eigenlijk ook met warm water gebeuren. Het werd uiteindelijk toch een geweldige carnaval.

Deel 4: Dweilgeschiedenis

In die tijd (de jaren ‘60) hadden we vijftien cafés die allemaal twee keer bezocht werden, allemaal te voet. De cafés of eigenaren waren: W. van Houtum, M. Arts (daar zit nu de Chinees), Fr. Heijs, Millingtonbar (Fr. van Eenbergen), Marinabar (W. v.d. Leest), ‘t Kroontje (Bert de Kroon, tegenwoordig De Winkel), J. v.d. Steijn (De Stoof), Fr. Keijzers, G. Lamers (tegenwoordig Terstal), G. Rooijakkers, Hotel W. Kloosterman (Tijn Lamers), Sjang Moors, S.J. Verberk, Hub Jansen (tegenwoordig ‘t Heike), Tien Verhoeven (tegenwoordig Libre), Concertzaal, Kajotershuis en Erica (Van Doorn). Er werd al om 17.00 uur gestart. De boerenkapel De Dorstknuppels, onder leiding van Tien Hoogenhoff, was dan ook al aanwezig. ‘s Maandags waren De Dorstknuppels vrij en ze gingen dan naar Nijmegen, daar waren ze de Hofkapel van carnavalsvereniging De Blauwe Schuit. Daarna weer snel terug naar Mill, waar ze om 18.00 uur weer verwacht werden. In 1961 kwam De Blauwe Schuit een tegenbezoek brengen in verband met de optredens van De Dorstknuppels, uit dankbaarheid. Ook de bekende muziekgroep De Kikvorsen uit Den Bosch was aanwezig. In 1963 zijn we op bezoek geweest bij de carnavalsvereniging in Kranenburg (Duitsland), later zijn er ook nog uitwisselingen met Oberhausen (Duitsland) geweest.

Deel 5: De eerste bals

De bals werden ook goed bezocht. Zelfs raadslid Cor v.d. Broek uit Sint Hubert was altijd aanwezig en stelde zelfs een prijs beschikbaar (een fruitschaal) voor de bestverklede feestganger. De bals waren alleen toegankelijk voor leden, in verband met de grote vraag naar toegang. De muziek werd gratis verzorgd door het bedrijfsorkest van de fabriek van Van Hout.

Deel 6: Verschijnen en verdwijnen

Aan het verschijnen en verdwijnen van de prins werd veel aandacht besteed. Th. Klaassen verdween met een raket, waarvoor een gedeelte van het plafond verwijderd moest worden. Tien Derks verdween in zijn eigen nagebouwde oven en er kwamen daarna worstenbroodjes uit die hij zelf had gebakken. Frans Keurentjes verdween in een trein, maar daar moest geluid bijkomen, dus gingen Theo Reijnen en Cor Vloet met een bandrecorder naar het station in Nijmegen en daar reed nog een stoomtrein richting Duitsland. Er werden opnames gemaakt en de machinist kwam vragen wat er aan de hand was. Het was een Duitser en toen ze het verhaal vertelden, werkte hij helemaal mee en koppelde de locomotief af en reed een paar keer heen en weer. Toen kwam hij vragen of alles goed gelukt was, hij zei: ‘Ga maar naar die bocht daar en als ik daar langskom, zal ik flink gas geven en de fluit helemaal opentrekken.’ Ook werd er een keer een auto tegen de openstaande cafédeur geplaatst om opnames te maken. Bij Toon Vughts mocht bijna alles. De technische commissie (H. Dirkse, J. v. Reijmersdal, Fr. Linders, R. Maas) wist altijd wel iets passends te bedenken. Er werd met veel plezier aan gewerkt en ze hadden ook vooraf al heel veel plezier.

Deel 7: Scepters en Onderscheidingen

De eerste totems waren stoelsporten van Tien Hoogenhoff met gekleurde lintjes daaraan. Onderscheidingen kenden we toen nog niet. Later werden er voor de raadsleden zilveren schildjes aangeschaft, maar wel op eigen kosten. De contributie bedroeg toen drie gulden per jaar. Alles was voor eigen rekening, dat is nu nog zo, alleen de contributie is nu wel hoger. Twee jaar later, in 1961, kregen we nieuwe totems. Beeldhouwer Manus Evers had mooie koppen uit hout gesneden, die beschilderd werden door Frans Linders. Die werden weer met gekleurde lintjes op de stoelsporten van Tien gezet. Deze totems zijn nog in het bezit van De Wielwaaiers.

Deel 8: Goedkeuring burgemeester

Toen ik (Frans Linders) in 1964 prins werd, moest ik eerst met iemand van het bestuur naar burgemeester Hofmans voor goedkeuring. Dit werd later afgeschaft. In dit jaar werd er zelfs bij hotel Wim Kloosterman een carnavallistische raadsvergadering belegd onder leiding van Prins Tam I, bijgestaan door Tien Henst, leider van De Dorstknuppels en ambtenaar van de burgerstand in Mill. Er werden humoristische, dorpse agendapunten behandeld die zelfs later nog in de gemeenteraad besproken werden. Aanwezig waren diverse raadsleden: onder anderen A.W. van Hout, Cor v.d. Hof, Cor v.d. Broek, Dhr. Couwenberg, Th. Evers en Theo de Vet. Ook het bestuur van De Wielwaaiers was aanwezig: H. Andreg (voorzitter), Thij Slaats (secretaris) en Cor Vloet (penningmeester). Theo Rijnen, Fr. Kremers, Tinus van Kempen en L. van Beuningen waren als leden aanwezig. 1964 was ook het jaar van een prinselijk huwelijk, want toen hebben wij (prins Tam I en dansmarieke Riky) ons in de echt verbonden.

Deel 10: Oprichten van de Stichting

In 1964 hebben we het eerste bezoek gebracht aan het net gebouwde bejaardenhuis (Paus Johannus Hove), maar toen waren er nog meer zusters dan bewoners. De meegebrachte cadeaus (wijn en bier) werden in dankbaarheid aanvaard. In 1968 bij Prins Fery I (Fery van Lieshout) trad de eerste raad van elf uit 1959 bijna compleet nog eenmaal aan als begeleiding van de prins.  De carnaval begon door de verschillende clubs en groeperingen een verkeerde weg in te slaan en daarom werd in 1969 met de clubs en verdere betrokkenen na veel overleg een overkoepelend orgaan gevormd. Hierin was iedereen die iets met carnaval te maken had vertegenwoordigd. Ook werd er gewerkt met veel vrijwilligers, onder anderen J. v.d. Bungelaar, T. Ermers, J. Adriaans, T. Grim, M. van Kempen en nog vele anderen. Dit had zo’n goede uitwerking dat in 1970 Chris Schipstal als eerste prins van de federatie verscheen. Dit is in 1978 Stichting Carnaval Mill (SCM) geworden.

Deel 11: De ex-heersers

De prins en prinses werden toen begeleid door een garde van enkele echtparen die carnaval minded waren. Enkele jaren later, in 1978, kwam Frans Keurentjes met het verzoek bij Theo Reijnen en Frans Linders om te komen tot een groep van ex-prinsen en -prinsessen voor de de begeleiding van de prins en de prinses. Theo vond dit echter niet zo’n goed voorstel, maar omdat alle andere prinsen ermee akkoord gingen, deed Theo dit ook. De kleding zou bestaan uit een wit jasje, zwart sporthemd, een strikje en een cap. Theo deed toen alsnog onder protest mee, helemaal in het zwart. De ex-prinsen bestaan in 2018 40 jaar. Dat dit een goede zet was, blijkt ook nu nog steeds door de samenwerking binnen de ex-prinsengroep.

Tijdens de ruilbeurs op de zondag ging een groepje ex-prinsen onderweg gekleed in oude uniformen van de harmonie. Daarna hebben zij er een gewoonte van gemaakt om bij de woning van de prins een bijzondere versiering aan te brengen. Dat waren onder anderen J. van Grinsven, Nol van Zwam, B. Polman, Frans Linders, H. Hermsen en J. Berens. Ook was de groep wel bereid om op diverse recepties de nodige spullen die niet goed vastzaten tijdelijk van eigenaar te laten verwisselen. Toen H. v.d. Ven na zijn voorzitterschap ook wel eens zijn steentje aan deze groep bij wilde dragen, zag hij zijn kans schoon. Bij De Klotstekers ontvreemdde hij tijdens de sleuteloverdracht de cadeaus van de prinsen en de burgemeester, maar hij wist daarna niet meer hoe dit op te lossen, duidelijk een gebrek aan ervaring. Hij kwam bij me met de vraag hoe dit op te lossen, zo heeft hij een week later bij iedereen een slagroomtaart laten bezorgen. Ook het bezorgen van de carnavalskrant was een groot feest, wat zelfs door de kasteleins werd gewaardeerd. Er stond als dank een mooie grote, vaste plant bij mijn voordeur. Dit is de later door de kasteleins helaas niet meer herhaald.

De vergaderingen van de ex-prinsen zijn altijd op de zondagmorgen om 10.00 uur. Die lopen vaak heel erg uit en bij Jan Vorle werd er vaak luidruchtig gesproken, omdat Jan veel tijd nodig had om de consumpties rond te brengen. Dit werd door de prinsen dan ook uitbundig kenbaar gemaakt. Als hij het niet goed kon volgen, werd de keukendeur op een kier gezet, zodat hij toch op de hoogte bleef. Wij zagen Jan eigenlijk als onze reserveprins. De jongere ex-prinsen en ex-prinsessen hebben dit vergaderen zonder overleg keurig overgenomen en blijven ook nog tot in de late uurtjes in een café hangen.

Deel 12: De regionale zitting

In 1978 werd het eerste bal voor verstandelijk gehandicapten georganiseerd. Dat is nu nog steeds het mooiste bal van de carnaval. Dit werd door de ouders van de kinderen zo gewaardeerd dat een van de ouders van de kinderen een heel mooi vaandel heeft gemaakt, dat tijdens het jubileum werd aangeboden en dat nog steeds bij de officiële gebeurtenissen aanwezig is. De muziek werd door Ad en René Goossens altijd gratis verzorgd, een compliment is hier op zijn plaats! Ook zijn er voor deze avond gelukkig altijd wel sponsoren, bijvoorbeeld voor de attenties die uitgedeeld worden.

Deel 13: Kippen als cadeau

Burgemeester Hogenbosch kreeg op de Boerenbruiloft zes levende kippen die hij dankbaar aanvaardde. Iemand van De Wielwaaiers was bereid ze tijdelijk bij de burgemeester in zijn hondenhok te zetten. Maar, dit kwam die groep ter ore en een plan werd gesmeed. De kippen waren zo verdwenen en geslacht, voor afloop van de receptie kreeg hij zijn kippen opnieuw aangeboden door de kippendieven, maar nu geslacht en verpakt. Het werd toch wel op prijs gesteld, want dezelfde week kregen we nog een officiële uitnodiging van de burgemeester voor een uitgebreid kipbuffet en een drankje, geheel verzorgd door zijn vrouw. Het zag er keurig en goedverzorgd uit en de smaak was overweldigend. Helaas kregen we een week later het trieste bericht van het plotselinge overlijden van mevrouw Hogenbosch.

Deel 14: Van concertzaal naar Myllesweerd

Ook mogen we ons gelukkig prijzen dat we nog altijd een geweldige pronkzitting hebben, met heel veel geweldige deelnemers en allemaal uit de eigen plaats. Ook daar heb ik jaren met de ex-prinsen aan deelgenomen. In 1998 kregen we het trieste bericht dat de concertzaal gesloopt zou worden. Toen hebben Paul en Frans meteen namens SCM gereageerd en actie ondernomen. Zo werden alle gebruikers benaderd en kregen wij de vrijheid namens allen om het voortouw te nemen. Er werd een protestavond georganiseerd in de concertzaal. Aan alle leden van de gemeenteraad werd persoonlijk een uitgebreide map met informatie van de gebruikers bezorgd. Later werd nog meegedeeld dat de nieuwe zaal de helft kleiner werd, wat veel discussies opriep. Er is dan ook vele jaren over vergaderd en gepraat. Heel veel jaren later kwam Ben Hamers ons namens Mariënweerd versterken. Tijdens het hele proces van een kleine twintig jaar hebben hier vijf burgemeesters aan gewerkt. Ook wij zijn hier al die tijd mee bezig geweest. Voor de nieuwe naam kwamen bijna 100 inzendingen binnen, uiteindelijk werd het Myllesweerd. Paul en Ben zijn met de verdere exploitatie doorgegaan en ik ben afgehaakt, we mogen heel trots zijn op het eindresultaat.

Deel 15: Zo vader, zo zoon

In mijn 60 jaar carnaval heb ik twee generaties prinsen meegemaakt: Wim Schep en zoon Martin, Nol Zwam en zoon Henk, Toon Brienen en zoon Jack Brienen en zelfs meerdere generaties Slaats (Thij, secretaris; Wim, prins in 1965, Nar Theo in 1963 en kleinzoon Rob, prins in 2004). Dat carnaval aanstekelijk kan zijn, bewijst ook het feit dat drie jeugdprinsen later ook prins van het Gèrmelaand zijn geworden: William van Gemert (1979, 1996), Jeroen van de Heuvel (1985, 2008) en Jack Rooijendijk (1997, 2015). Helaas hebben we in al die jaren door overlijdens ook afscheid moeten nemen van 14 ex-prinsen en 11 ex-prinsessen. Ook alle eerste bestuursleden en zelfs van de eerste zes jaar zijn ook alle raadsleden overleden.

Deel 16: Toekomst

Maar carnaval blijft niet stilstaan, want zo is de oudere jeugd er meer bij betrokken door de komst van een jonkerpaar. Daarnaast is er ook een grote groep dansmariekes, de GerMills. Ook de Boerenbruiloft is nieuw leven ingeblazen, dit zijn goede ontwikkelingen, zo blijft de oude traditie van carnaval vieren bestaan. Het is jammer dat verschillende dweilorkesten gestopt zijn, ondere andere De Dorstknuppels (1948), Dweiltoeters (1979), De Kneut (1990) en ‘t Makt Me-Ziek (1997). Gelukkig hebben we nog Toeternietoe (1995), Moi Zat (1998) en Band Zonder Vent (2011). Dat carnaval hier goed draait hebben we te danken aan de ex-prinsen en ex-prinsessen, de Foekepot, de dweilorkesten, de kasteleins, de vrijwilligers en ook de adverteerders van deze mooie krant.

Foekepot

In 1961 verscheen op maandag bij Hotel Kloosterman plotseling de eerste dansmarieke (mevrouw Bens). Het jaar daarop was er een heuse groep dansmariekes die er keurig uitzag: Els Dirkse, Gonnie de Hoog, Mientje Klomp en Riky van Houdt. Ze hebben dit vele jaren gedaan. Later hadden we ook een nar, onder meer Leo Moors en later Theo Slaats.

In 1962 werd door de zegelvereniging van de middenstand de Foekepot opgericht met als doel de jeugd ook bewust carnaval te laten vieren, wat tot op heden met heel veel geweldige vrijwilligers goed gelukt is! In 1964 verscheen de eerste jeugdprins, Gerard Moors.

In 1964 werd de eerste kinderoptocht gehouden, dit was in samenwerking met het Oranje-comité.

De Foekepot heeft vorig jaar het 55-jarig jubileum gevierd en Hans Derks werd toen terecht benoemd tot EreGèrm. Eigenlijk zou iedere vrijwilliger van de Foekepot wel een onderscheiding verdienen voor het vele goede werk voor de jeugdcarnaval in ‘t Gèrmelaand!